Welkom in de bovenbouw

 

Vanaf schooljaar 2024-2025 leren, spelen en leven kinderen van 9 tot 12 jaar (de leeftijd van het vierde, vijfde en zesde leerjaar) samen in de bovenbouw.

De samenvoeging van drie leerjaren in één klas is een bewuste keuze. De leerlingen stromen als jongsten een klas binnen, horen een jaar later bij de middelsten en verlaten de klas als oudsten. Elke plek biedt nieuwe kansen, mogelijkheden en ook leermomenten. Dit draagt bij aan het ontwikkelen van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.

Als een kind de klas binnenkomt geeft het de leerkrachten een hand. Ze wensen elkaar goedemorgen. Dit is het moment waarop leerling en leerkracht de dag starten, met een kort gesprekje of een blik.

Het kind gaat naar diens tafel en gaat vervolgens zelfstandig aan het werk. In de bovenbouw werken we met een weekplanning waarin ze zelf hun werk plannen.

“Help mij het zelf te doen”.

In de weekplanning houden de leerlingen rekening met het weekschema: lesjes die door de leerkracht gegeven worden, staan op het planbord. Een kind kan zelf aangeven of het dit lesje wil volgen. Tijdens klassikale lessen, bijvoorbeeld bij nieuwe leerstof, worden alle kinderen van een groep aan de instructietafel verwacht.

Leermethode

Voor spelling en taal werken we met de Taal:doen!-kast, de taaldozen en eigen materiaal. Met tal van werkjes ontdekken de kinderen het plezier van taal. Er gaat veel aandacht naar lezen en schrijven, steeds in een realistische context. Ook de Franse taal wordt aangeboden vanaf het vierde leerjaar in de vorm van speelse werkjes. Vanaf het vijfde leerjaar begint het serieuzere werk met de methode Zoufff!

De lessen wiskunde worden gegeven aan de hand van de methode Reken Maar! en het montessorimateriaal.

Kinderen vanaf 9 jaar richten hun blik op de buitenwereld. Tijdens de momenten ‘oriëntatie op de wereld’ en godsdienst werken we aan wereldburgerschap. Tijdens een drietal grote onderwerpen per schooljaar verwerven de kinderen kennis en gaan ze op zoek naar antwoorden om zo de wereld waarin ze leven te begrijpen. Er worden lessen gegeven, video’s gekeken, creatieve verwerkingen gedaan en werkstukken gemaakt.

Op stap

Bewegen is belangrijk en dus gaat er ook aandacht naar sport en zwemmen tijdens de lessen lichamelijke opvoeding. Fietsvaardigheden worden aangeleerd en we trekken er vaak op uit: met de fiets naar de bib of met het openbaar vervoer naar een museum. Wij ontdekken de wereld!